Het KTK is een graag geziene gast in het binnen -en buitenland maar ook geliefd bij muzikanten uit de regio. Om erachter te komen waarom muzikanten lid zijn geworden van het KTK hebben wij enkele leden wat vragen gesteld. In deze zesde editie spreken wij met een bekend gezicht binnen het korps; trombonist – Gerrald. Het is tijd voor een ‘diepte’ interview.
Kun je jezelf even voorstellen en vertellen hoe je in aanraking bent gekomen met muziek?
Volgens mij was ik toen acht ofzo. Ik ben begonnen op euphonium bij een andere meer traditionele fanfare vereniging. De dirigent en instructeur daar gaven een introductieles op mijn basisschool. Mijn buurjongen speelde al snare bij die vereniging dus ik kende die vereniging al een beetje. Op een openavond mocht je instrumenten proberen en ik zocht het grootste blaasinstrument uit dat ik in de zaal kon vinden. Compleet absurd idee natuurlijk om een achtjarig joch met een Yamaha euphonium te laten sleuren, maar het werkte en blijkbaar vond ik het nog leuk ook. Die eerste jaren waren wel pittig. Op zo’n groot ding is de leercurve nogal vlak. Ik stel me weleens voor dat ze toen vooral last van me moeten hebben gehad tijdens repetities. De lol is dan ver te zoeken. Ik weet wel dat ik de muziek en de klank van een orkest heel mooi vond. Daardoor zal ik wel hebben bedacht dat dit dan wel mijn passie zou zijn en dat het waardevol was om ermee door te gaan.
Waarom heb je gekozen voor bariton bij het Jong KTK?
In de tweede klas van de middelbare kwam ik bij de huidige secretaris in de klas. Die speelde ook bariton, maar dan bij Jong KTK. Het is geen moment in me op gekomen om te gaan trommelen, al helemaal niet als je ook nog van vereniging wisselt. Van oorsprong ben ik dus euphoniumspeler. Het karakteristieke van euphonium –en blaasinstrumenten in het algemeen- is dat de klank zo veelzijdig kan zijn. Mooie euphoniumlijnen, tenorstemmen in het algemeen eigenlijk, geven gelaagdheid en diepgang aan de melodie en dat vond, en vind, ik een mooie prettige lijn om te horen. Intussen speel ik al een paar jaar trombone waar ik het ook hartstikke mee naar m’n zin heb.

Gerrald in actie tijdens Taptoe Alphen aan den Rhijn in 2024 ©Maurits van Hove
Hoe ben je bij het KTK terechtgekomen en waarom heb je ervoor gekozen?
Bij die vereniging miste ik vernieuwing en energie. De focus lag erg op concerterend musiceren terwijl ik liever marcheerde. Er zat weinig variatie in de muziek die er op straat gespeeld werd. Ik ken me herinneren dat we jaren lang een mars speelden met de titel Bergvolk, nou dan heb je een beetje een idee van de vibe. Het KTK kende ik al wel, ik kan me herinneren dat het vanuit het publiek al een indrukwekkend korps was waardoor ik wel zag dat het blijkbaar ook anders kon. Dat zit hem vooral in de energie en drive. Dat ik er een klasgenoot kende en dat er meer mensen van mijn leeftijd speelden bij Jong KTK maakte het een aantrekkelijke overstap.
Bescheidenheid siert de mens, maar niet de artiest.
Hoe ziet een dag bij het KTK of optreden er voor jou uit en wat maakt dat speciaal?
Een KTK-optreden staat mij bij als een moment met een ontlading. Aan het eind van de dag moet je iets neergezet hebben dat ergens op slaat. Op het moment dat je optreedt moet het menens zijn. Als jij het niet gelooft gaat een ander dat ook niet doen. Ik hoorde de cabaretier Theo Maassen laatst in een podcast aflevering van Ervaring voor Beginners met Eefje de Visser zeggen dat bescheidenheid de mens siert, maar niet de artiest. Volgens mij zit daar veel in. Je kan als muzikant-performer-type op het moment zelf niet tegenover je publiek gaan lopen twijfelen of je wel goed genoeg bent of niet. Daarmee neem je eigenlijk je publiek niet serieus. Die mensen hebben moeite gedaan om jou te gaan zien, geven jou daarmee een gunfactor en dan is het wel zo netjes als jij ook levert. Volgens mij is die misplaatste bescheidenheid een groot probleem binnen de amateurmuziek waardoor een groot deel van de sector zo’n bloedeloos imago heeft. Dat eindigt dan in onderling geklaag over arrogantie bij bands die er wel in geloven. Bij KTK kan je niet de passagier uithangen.
Wat is je mooiste herinnering aan een optreden of moment met het KTK?
De mooiste optredens vind ik grote shows waar lang aan gewerkt is. De WMC-shows van 2013 en 2017. Dat waren producties waar veel mensen op allerlei niveaus tijd en energie in stoken om op het juiste moment alles in elkaar te laten klikken. Van vrijwilligers tot instructie- en bestuursleden, iedereen wist waar dat moment om ging en wanneer het moest gebeuren. Volgens mij zijn er weinig amateur activiteiten waarbij je zo sterk ervaart hoe het is om de klokken gelijk te zetten. Niet alleen de ontlading achteraf, maar ook de tussentijdse momenten waarin je beseft waar je onderdeel van uit maakt blijven enorm bij. Ook bedenk ik me steeds meer hoe bijzonder het is om met je hobby in het buitenland te komen. Op alle gekke plekken waar je komt is wat te vieren en eigenlijk is dat wel een heel vrolijk idee.

©Maurits van Hove
Welke uitdagingen heb je moeten overwinnen binnen het KTK?
Het is voor mij altijd een mooie uitdaging om me in te houden tijdens repetities. Op een zwak moment kan ik me wel aardig laten gaan door te lopen klooien. Ik vraag me ook af of dit een haalbare strijd is, maar dat mag de rest van de brass bepalen.
Wat betekent muziek en het KTK voor jou op persoonlijk vlak?
Een leven zonder muziek vind ik mij moeilijk voor te stellen. Ik heb het een tijdje geprobeerd zonder KTK, maar daar kwam ik ook wel weer op terug. Nu is dat niet zo’n raar fenomeen want zie ik dat bij meer mensen om me heen. Laat ik deze vraag ook maar aangrijpen om duidelijk te maken dat ik het vooral ondenkbaar zou vinden dat het publiek en de mensen die niet te maken krijgen met professionele muziek niet meer zouden horen hoe het klinkt als er vijf trombones vol op het orgel gaan of hoe het is om een drumline te horen. Wat voor ons (nog) heel normaal is om te horen is dat voor heel veel mensen niet. Onze hobby kan mensen iets laten beleven wat ze anders nooit zouden horen. Volgens mij ligt daar een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het hele korps en de branche.
Bij het KTK krijg je de kans om te laten zien wat marsmuziek nog meer in kan houden dan het gevestigde beeld.
Wat zou je willen meegeven aan jonge muzikanten die overwegen lid te worden?
Ik denk dat je juist bij het KTK de kans krijgt om te laten zien wat mars en showmuziek nog meer kan inhouden dan het gevestigde beeld. Ook denk ik dat het optreden in zichzelf je kan leren hoe je je presenteert. Door te leren hoe het is om op te treden en onder de aandacht te staan kom je erachter dat je lichaam en je hersenen soms gekke dingen gaan doen onder druk. Die van mij tenminste. In een professionele setting kan het volgens mij geen kwaad om een beetje te leren wat je moet doen en hoe je je moet presenteren als er wat druk ontstaat. Een optreden is daar wel een goeie simulatie van. Daarnaast is het natuurlijk hartstikke leuk om met een clubje vrienden naar allerlei optredens te gaan.
Welke ambities heb je binnen het KTK en hoe zie je jouw eigen toekomst hier?
Op het moment lijkt het me al heel leuk als ik nog wat verbeter als trombonist. Maar dat kan vergeefse hoop zijn natuurlijk.
Als je een droomoptreden met het KTK mocht organiseren, hoe zou dat eruitzien?
Samen met de Nederlandse Politie Steelband, maakt me niet uit waar. Het schijnt dat ze bestaan, maar ik moet ze nog tegen komen. 😉
Tekst: KTK Media
Fotografie: Maurits van Hove